De naam van de Heilige Ramón del Monte (1067-1126) was Raimundo Guillermo. De gerenommeerde Beschermheilige en Bisschop van Barbastro werd geboren in Durban, de Franse helling in de Pyreneeën, in een familie van adellijk komaf.
Hij genoot goed onderwijs. Een tijdlang was hij militair, maar hij liet dit leven achter zich toen hij zich op zijn studie en het gebed wilde richten.
In het jaar 1104 deelt Alfonso I el Batallador hem mede dat hij de zorg over het Bisdom van Barbastro, waarom de bisschoppen van Odón van Urgell en Esteban van Huesca streden, op zich moet nemen. Hoewel hij zich eerst tegen de benoeming verzet, accepteert hij deze uiteindelijk en hij wordt door het volk toegejuicht.
Het pijnlijkste moment voor San Ramón was toen hij de stad Barbastro en haar bisdom, gelegen tussen de rivier Cinca en de Alcanadre, moest verlaten. Dit gebeurde in het jaar 1116 toen de Bisschop van Huesca het voor elkaar kreeg om hem uit zijn ambt te laten zetten en te verbannen, ten bate van eigen belangen. De overlevering vertelt dat hij Barbastro verliet via de plek die Rioancho heette (tegenwoordig Calle General Ricardos), de rivier Vero overstak en de weg over de berg nam waar nu zijn kluizenaarswoning staat. Toen hij eenmaal het hoogste punt bereikte, aanschouwde hij de stad, huilde hij en zegende hij haar. Men zegt dat hij tijdens zijn vlucht talrijke wonderen verrichtte. In de herfst van 1119 keerde San Ramón terug naar Aragón en werd de Bisschop van Roda de Isábena.
Om in een goed daglicht te komen bij koning Alfonso en zijn bisdom in Barbastro weer te kunnen hernemen, vergezelde San Ramón hem naar Andalusië om de christenen daar te bevrijden en het Koninkrijk van Granada te veroveren. Maar deze expeditie eindigde in een uitputtingsslag. Hij was ziek toen hij in Huesca aankwam en hij overleed op 21 juni 1126. Zijn lichaam werd verplaatst naar de Kathedraal van Roda de Isábena, waar hij op 26 juni 1126 werd begraven.
Elk jaar wordt op 21 juni het feest van de Patroon van Barbastro, San Ramón del Monte, gevierd.