Ruta de las ermitas
Volgens de overlevering stond er in de 10e eeuw op deze 673 meter hoge plaats een kasteel. Al heel vroeger werd er de afbeelding van de Maagd Maria vereerd, die in een amandelboom aan dominee Balandrán verscheen.
Het hele kloostercomplex bestaat uit gebouwen in verschillende stijlen uit verschillende periodes. De oudste delen, eind 13e eeuw, zijn de kloostergang en de kerk.
De middeleeuwse kerk werd bovenop een prominente heuvel gebouwd met stenen uit de steengroeve van Pueyo. Het oudste deel van de kerk is het schip, verdeeld in vijf secties die worden gescheiden door dikke puntvormige bogen met een vierkant profiel. De toppen van de gewelven, de zogenaamde sluitstenen, zijn versierd met de strepen van de vlag van Aragón, het wapen van de stad Barbastro of de amandelboom waarop het beeld van de Maagd verscheen.
Een groot metalen hek scheidt het schip van het koor van de kerk. Dit van oorsprong rechte hek werd in de 17e eeuw door een vijf delen tellende, meerhoekige versie vervangen. De ruimte werd overspannen met een halfronde koepel, steunend op pendentieven. Op deze driehoekige overgangsstukken zijn de wapenschilden van bisschop Alonso de Requeséns te zien, de geldschieter van de verbouwing. Er zijn nog slechts resten te zien van de schilderingen waarmee Diego Gutiérrez de kerk in 1786 decoreerde.
In een klein bijgebouw van de kerk bevindt zich de gotische graftombe van Sint-Balandrán, een zeer lange man. De traditie wil dat de huwbare jonge vrouwen van Barbastro in staat moeten zijn om met uitgestrekte armen de gehele lengte van de tombe te bedekken voor ze een huwelijk ambiëren.
Het heiligdom van de Heilige Maagd Maria van Dulcis bevindt zich in de directe omgeving van Buera. Vanaf het dorp volgt u een twee kilometer lange weg die langs amandelvelden, graanvelden, wijngaarden en lage bergen loopt en u naar het heiligdom leidt. Het gebouw bevindt zich op een vlak gedeelte waar het wemelt van de heidebrem, rozemarijn en tijm. Tevens treft u in de omgeving talloze honingraten aan. Het verhaal gaat dat hier de Heilige Maagd Maria van Dulcis is verschenen boven een van de honingraten. Deze legendarische gebeurtenis verklaart waarom hier een heiligdom gebouwd is ter ere van de Heilige Maagd Maria.
De verschijning van de Heilige Maagd Maria lijkt terug te gaan tot de 12e eeuw. Rond deze tijd moet er al een kerk hebben bestaan waar de Heilige Maagd Maria van Dulcis werd vereerd, deze zou echter halverwege de 17e eeuw vervangen zijn door het huidige heiligdom.
De kerk bestaat uit één beuk en heeft twee zijkapellen met waaiervensters. De koorruimte is gevestigd aan het einde van de beuk, heeft een vierkant oppervlak en wordt bekroond met een pendentiefkoepel die voorzien is van lampen. Ten noorden hiervan bevindt zich de sacristie. De koorruimte is gevestigd aan de voet van de beuk. Wat het meest in het oog springt, is de weelderige decoratie aan de binnenkant die aangebracht is door de Spaanse Moren. In de kerk komen twee verschillende ornamentele stijlen samen. Enerzijds vindt men duidelijk Moorse versieringen in het gewelf van het schip, de zuidelijke kapel en in verschillende elementen van de decoratie van het priesterkoor. Anderzijds zijn er de meer barokke elementen, meer klassiek en westers. Deze vindt men in de noordelijke kapel en in andere delen van het priesterkoor.
De motieven die de binnenkant van de kerk versieren zijn vervaardigd uit gips. Wat opvalt is de decoratieve bouwstijl van de islamitische Moren. Hoewel de oorspronkelijk kunstenaars uit Spanje werden verdreven, bleef deze decoratieve stijl in Aragón behouden. In de 17e eeuw werd deze stijl zelfs verheven tot authentieke mode.
Visitas concertadas llamando al telf. 620 057 721
Nasarre is sinds de jaren ’50 van de twintigste eeuw onbewoond, omgeven door braakliggend land. Er was hier een fraaie smederij en een prachtige put met een gewelfde kamer waar het water in bewaard werd, die bereikt werd door diverse trappen. De kerk van San Andrés uit de 11e eeuw (romaanse stijl uit Lombardijen) is iets afgezonderd van de bebouwing. In de 17e eeuw werden de toren en andere vertrekken tegen de kerk aan gebouwd, maar die zijn niet bewaard gebleven.
De Onze-Lieve-Vrouwe kapel van Treviño in Adahuesca (13e eeuw) is het enige overblijfsel van een voormalige klooster met kloostergang waarvan nauwelijks historische verwijzingen bestaan. Wanneer u uw verbeeldingskracht laat spreken kunt u de vierkanten kloostergang nog zien liggen. Toentertijd groeiden er laurierbomen, vandaag de dag staan er cipressen. De halve bogen van de galerij worden ondersteund door ranke kolommen. In het midden van deze kloostergang bevond zich een watertank waarin water werd opgeslagen om Treviño van water te kunnen voorzien in droge jaren. Het klooster werd in de 14e eeuw gebouwd, maar werd in 1965 afgebroken wegens instortingsgevaar.
Het zou kunnen dat Treviño zijn naam heeft verleend aan het feit dat het altijd tussen wijngaarden heeft gelegen...hoewel de legende van Treviño zegt dat de grenzen van drie aartsbisdommen samen vielen en dat de drie kerkvoogden met elkaar rondom de tafel konden zitten, zonder dat een van de grenzen van de aartsbisdommen werd overschreden. Geschiedenis of legende, een ding is zeker en dat is dat het woord Treviño afgeleid is van het Latijnse trifinium: drie grenzen, limiet van drie eigendommen, gebieden of volken.
Nog steeds gaan de inwoners van Adahuesca op Goede Vrijdag naar Treviño om een mis bij te wonen in de Onze-Lieve-Vrouwe kapel. Zij zijn verkleed als Romeinen en delen na de mis koekjes en wijn uit.