Ruta de los personajes históricos
In de 9e eeuw kwam er door ingrijpen van het Karolingische hof ten zuiden van de Pyreneeën een einde aan de zogenoemde islamitische vrede die er had geheerst na de bezetting. Bij de bovengrens van Al-Andalus (het door Moren bezette deel van het schiereiland), in wat nu Aragón is, rommelde het door een interne strijd tussen verschillende Moorse leiders.
In deze staat van burgeroorlog stonden twee leiders op die van rebellen uitgroeiden tot trouwe dienaren van het emiraat; een van hen was Jalaf ibn Rasid ibn Asad, bondgenoot van Bahlul ibn Marzuq. In het jaar 802 veranderde Jalaf van inzicht en kwam hij tegenover Bahlul te staan, die zijn toevlucht moest nemen in het kasteel van Barbastro. Daar werd Bahlul verdreven en gedood door Jalaf, die zijn bezittingen in Huesca en Barbitaniya overnam.
Jalaf maakte van de jonge plaats Barbastro zijn hoofdstad, die hij uitbreidde en versterkte en hij behield daar zijn macht tot 860-861 toen hij stierf. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Abd Allah ibn Jalaf, die relatief onafhankelijk kon blijven van de machthebbers in Córdoba gedurende de emiraten van Al Hakam I en Abd al Rahman II. Jalaf ibn Rasid ibn Asad is de geschiedenis ingegaan als de bouwer van het kasteel van Alquézar en stichter van de stad Barbastro.
Dr. Andrés Martínez Vargas werd in het jaar 1861 geboren in Barbastro, waar hij de middelbare school volgde bij de Escolapios en zijn medicijnenstudie in Zaragoza, waar hij zijn doctorsgraad haalde aan de Universidad Central. Hij vervolgde zijn opleiding in de Verenigde Staten waar hij zich specialiseerde als kinderarts. Na zijn terugkomst verwierf hij één van de net gecreëerde plekken als hoogleraar kinderziekten. Dat was in het jaar 1888 in Granada. In het jaar 1892 verwierf hij na een loting het hoogleraarschap aan de Medicijnen Faculteit van Barcelona.
Hij was oprichter en directeur van het tijdschrift “La Medicina de los niños”, dat als thema kindergeneeskunde had. Vanaf 1914 organiseerde hij de Spaanse pediatrische congressen en nam hij deel aan verschillende congressen in het buitenland.
Hij was een fervent aanhanger van de “Nipiologie”, een discipline die in Italië opbloeide, en hij richtte in het jaar 1916 het eerste Nipiologisch Instituut van Spanje op in Barbastro. Het is een specialiteit van de pediatrie die zich toelegt op kinderen tot 2 jaar (tot ze praten). Het doel is om kinderen aandacht te schenken in de beginfase van hun leven en wel vanuit hygiënisch, medisch, juridisch en sociaal oogpunt. In Barbastro kon hij rekenen op de medewerking van Dr. Fidencio Sesé, die in 1925, toen “la Fiesta de la Infancia” (het feest van de kindertijd) werd gevierd, de aandacht vestigde op de daling van de kindersterfte. Ondanks dat er een mazelenepidemie was geweest, waren namelijk slechts 23 kinderen onder de vijf jaar overleden. Dit cijfer was extreem laag in vergelijking met de jaren daarvoor.
Dr. Martínez Vargas wordt beschouwd als de patriarch van de Spaanse Pediatrie en zijn invloed was onmiskenbaar voor de streek van Aragón vanwege zijn groot organisatorisch gevoel, zijn uitstekende relaties in het werkveld en zijn competenties. Hij overleed in het jaar 1948 in Barcelona.
Het geboortehuis van de gebroeders Argensola bevindt zich in Barbastro, in het paleis dat hun naam draagt.
Aan het begin van de 16e eeuw kwam Leonardo de Argensola, afstammeling van een adellijke familie, vanuit Italië om zijn diensten aan Ferdinand van Aragón aan te bieden. Later zou hij zich in Barbastro vestigen.
Zijn kleinkinderen, Lupercio y Bartolomé Leonardo de Argensola, hielden van archeologie, spraken de Latijnse taal perfect en werden de beste vertegenwoordigers van de classicistische poëzie van hun tijd. Deze poëzie was in de 16e en 17e eeuw wijdverspreid.
Beiden werden zeer gerespecteerd en bewonderd door Lope de Vega, die over hen zei: “Het lijkt alsof ze naar Aragón kwamen om de Castilliaanse taal van onze dichters te hervormen”.
Lupercio Leonardo de Argensola (1559-1613) was Kroniekschrijver van Aragón; in Madrid, secretaris van de Keizerin María de Austria, en in Napels van de Onderkoning.
Zijn poëzie gaat over de moraal en is filosofisch, sober, zwaar en anti-sensueel; geen van zijn sonnetten die de liefde als thema hebben, behandelt intieme gevoelens.
Naast poëzie schreef hij ook theaterstukken zoals La Filis, La Isabela of La Alejandra.
Bartolomé Leonardo de Argensola (1561-1634) was priester, parochievicaris van de Keizerin en na het overlijden van zijn broer Kroniekschrijver van Aragón. Hij schreef de Conquista de las Islas Molucas die zelfs in het Engels is vertaald. Op de Universiteit van Salamanca leerde hij Broeder Luis de León kennen en in Rome Galileo. Hij was meer ontwikkeld en geciviliseerd dan zijn broer. Met zijn satirische gedichten werd hij een groot criticus van de ondeugden van zijn tijd, van sommige vrouwelijke gewoonten van dat tijdperk en van de advocaten...
Doordat Alfonso el Batallador in zijn testament de militaire orden van het rijk van Aragón achterliet, bleek de vraag wie hem na zijn dood zou opvolgen een groot probleem. Om dit op te lossen koos de adel uit Aragón zijn broer Ramiro II, benedictijnenmonnik, als koning.
Hij trouwde met Inés de Poitou, waarvoor hij de benodigde pauselijke vergunningen had. Uit dit huwelijk werd in het jaar 1136 Petronila geboren, de latere koningin van Aragón. Ramiro regelde, onder druk van de adel en het pausdom, in Barbastro op 11 augustus 1137 een trouwfeest voor Petronila, die toen slechts vijf maanden oud was, en Ramón Berenguer IV. Ramón Berenguer, die toen 24 jaar oud was, was Graaf van Barcelona en ridder in de Orden del Temple. Aangezien hij van vorstelijke komaf was, kon hij zonder de eer van de adel te schenden luitenant en prins van Aragón zijn en zo het bestuur van dit koninkrijk op zich nemen.
Volgens de overlevering vond dit belangrijke, historisch evenement plaats op het Plaza de la Candeler, in de wijk van Entremuro.
Zo werden Aragón en Catalonië één en ontstond de Corona de Aragón, Kroon van Aragón. Dit werd in 1150 bekrachtigd door het huwelijk tussen Petronila en Ramón Berenguer dat in de kathedraal van Lérida werd gehouden. Het koningschap van Ramiro II duurde slechts drie jaar en eindigde toen hij afstand deed van de kroon ten gunste van zijn dochter Petronila. Dit was nodig om de crisis over de erfopvolging van het koninkrijk op te lossen.