Het ontbreken van een wonderbaarlijke traditie die spreekt over de verschijning van een maagd in een wijngaard doet vermoeden dat de naam "Viña" afkomstig is van het woord "villa" (stad): deze kapel was het enige overblijfsel van een gemeenschap die snel zou veranderden in een verlaten gebied.
Tijdens de 16e en 17e eeuw werd de originele kapel gerenoveerd en werd er een woning voor de kluizenaars aan vast gebouwd. Het verhaal bestaat dat de kapel in 1702 op instorten stond, waardoor de bisschop van Huesca veertig dagen aflaat toekende aan iedereen die een bijdrage leverde aan de reconstructie van de kapel in de vorm van geld, materiaal of dagloon. Tegenwoordig staat hier de kerk en de aangebouwde boerenhofstede.
De 17e eeuw was een van de meest rampzalige eeuwen van de geschiedenis van Aragón: pest, droogte, oorlogen en plagen teisterden het gebied, wat een gevoel van onmacht bij de bewoners losmaakte. Dit gevoel uitte zich door een sterke toename van religieuze overgave. Deze religieuze overgave stond aan de oorsprong van de bedevaartsoorden die op veel verschillende plekken werden gesticht, zodat mensen hun wens konden uitspreken ten overstaan van de maagd om een einde te maken aan deze rampzalige gebeurtenissen. In deze periode werden er veel kerken gerenoveerd en werd we een pelgrimskaart gemaakt voor heel Somontano.
Minimaal een keer per jaar kwamen de inwoners van Adeahuesca, Alberuele de Laliena, Bierge en Radiquero bijeen bij de kapel van Virgen de Viña, zoals tijdens Pasen, Pinksteren, de dag van San Jorge op 23 april en de dag van San Marcos op 25 april.
Door de economische groei van de 18e eeuw gingen mensen niet alleen maar naar de bedevaartsoorden om te biechten. Deze plekken werden nu immers ook voor sociale en ludieke doeleinden gebruikt.
Gebeden maakten plaats voor feesten en vanaf dat moment werden er liederen en lofzangen voor de maagd gezongen.
Deze feestelijke benadering is ontstaan in de 20e eeuw en vrij recent werd er nog een feest georganiseerd bij de bedevaart van Viñá. Na de mis vond er een feestmaal plaats dat door de gemeente was georganiseerd en waarvoor belangrijke autoriteiten uit het dorp waren uitgenodigd, waaronder de priester, de politie en de dokter...Hierna maakte het feestmaal plaats voor een groep ingehuurde muzikanten: de ouderen keken toe in de schaduw van de olijfbomen (elke familie had zijn eigen boom) hoe de jongeren aan het dansen waren, terwijl de wijn rijkelijk vloeide. Aan het einde van de dag keerde iedereen terug naar het dorp met een jeneverbestak.
Er wordt wel gezegd dat de bedevaartsplaats van Virgen de Viña vooral ziektes geneest en droogte voorkomt, maar er zijn ook enkele concrete voorbeelden van wonderbaarlijke gebeurtenissen bekend.
Op de dag van het feest, toen de broederschap bijeenkwam in de kapel, ontstond er bij dageraad een storm. Een bliksemflits sloeg in de muren, waarna er een grote steen op de rug van Pedro Naya terechtkwam, Martín Rodrigo de lucht werd in getild en de schoen van Isabel Xavierre brand vloog.
De drie leken dood neer te vallen op de grond, maar kort hierna stonden zij weer op en bleken zij geen enkele vorm van letsel op te hebben gelopen. Ook de kerk vloog in brand: de mantel van de maagd en de kleden van het belangrijkste altaar verbrandden, maar de beelden bleven intact.
In 1719 kwam de verlamde Miguel Salinas uit Raquero hier naartoe om te bidden tot de maagd. Nadat hij ingesmeerd was met wonderbaarlijke lampenolie raakte hij zijn verlamming kwijt.
In 1724 kwam er een gevangene naar de bedevaartsplaats die vanwege zijn ketens nauwelijks kon lopen.
Tijdens het bidden lieten zijn ketens los, deze liet hij achter in de kerk als geloftegeschenk.