Op de heuvelrug van los Dineretes zijn in overvloed fossielen (nummulieten) te vinden. Deze organismen leefden in het Eoceen (tussen 55 en 33 miljoen jaar geleden), toen dit gebied nog door zee bedekt werd. Je kunt duidelijk de schijfvormige schelpen zien die bestaan uit verschillende holten bestaan en samen een vlakke spiraal vormen. Ze danken hun naam aan hun schijfachtige vorm die op een munt lijkt (van het Latijnse nummus, dat munt betekent en het Griekse woord voor steen lithos). Hier worden ze eenvoudigweg dineretes genoemd. In hetzelfde gebied komen ook geregeld andere soorten voor, zoals alveolinidae, assilinidae, operculinidae en cidaris.

• 
• 
• 
• 
• 

 

De rijksweg N-123 loopt door de driehonderd meter diepe kloof die de Ésera heeft uitgegraven in de kalksteen van de noordelijke helling van de Sierra de la Carrodilla.

Door de karstische processen zijn grotten ontstaan zoals de Cueva del Moro, waar men resten heeft gevonden van menselijke aanwezigheid die teruggaan tot het bronzen tijdperk

LIC Congosto de Olvena

 

• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 

 

Gelegen tussen de plaatsen Lecina en Alquézar holt de Vero-rivier prachtige wanden vol schuilplaatsen en spelonken uit tussen de kalkrotsen waar hij doorheen stroomt. Deze zijn het gevolg van het proces waarbij kalksteen wordt opgelost door het toegestroomde water dat door de breuklijnen van het gebied stroomt.

Bewegwijzering:   

• Camino del Rotizo
• Ruta de las Pasarelas del Vero
• Ruta al Tozal de Mallata
• Camino Natural del Somontano

 

 

• 
• 
• 
• 
• 
• 

 

Aan de rechterzijde van de rivier de Alcanadre verheffen zich twee hoge pilaren van kleiachtig materiaal, gekroond met een grote zandachtige rots. Ze zijn het resultaat van uiteenlopende soorten van erosie, die de kleiachtige materialen sneller doen slijten dan de zandachtige. Een enorme platte steen beschermt de structuur van de pilaren en zorgt ervoor dat ze overeind blijven staan.

 

•