logo2019 300

De grond waarop zich de huidige kathedraal verheft, was in de 10e eeuw al een heilige plaats toen zich daar de Moorse Aljamamoskee bevond. Toen de Moorse stad Barbastro, hoofdstad van het district Barbitaniya, in handen viel van het christelijke leger van koning Pedro I van Aragón, werd de mezquita ingewijd als kerk en bisschopszetel (5 mei 1101).

Later werd er op diezelfde plaats een geheel nieuwe kerk gebouwd die eind 16e eeuw in een ruïne veranderd was. Die kerk was te klein geweest om de groeiende groep van ongeveer 3000 inwoners bescherming te bieden. Het middeleeuwse bouwwerk moet hun oud, klein, donker en somber zijn voorgekomen.

Maar de drijvende kracht achter de definitieve bouw van de huidige kerk was de wens van de stad om opnieuw tot bisschopszetel benoemd te worden. Deze titel was de stad in de middeleeuwen kwijtgeraakt. Dit zou hem politiek, religieus, cultureel en economisch belangrijker maken en het was daarom van groot belang over een waardige locatie te beschikken.

Het ambitieuze project ging de capaciteit van de lokale schatkist ver te boven dus moest toevlucht genomen worden tot het uitgeven van leningen, pauselijke privileges, aflaten en het inzamelen van donaties. Desondanks waren de burgers vervuld van trots over de prachtige kerk die gebouwd was met hun hulp.

De wens van Barbastro om opnieuw tot bisschopszetel benoemd te worden werd gesteund door het religieuze beleid van Philip de Tweede. Op zijn hoede voor de opmars van de protestanten vanuit Zuid-Frankrijk kwam hij op het idee om twee nieuwe bisdommen te benoemen (Barbastro en Jaca) die als ideologische barrière zouden moeten fungeren en in staat zouden moeten zijn de ketterse opmars aan die kant van de Pyreneeën tegen te houden. In 1571 kreeg Barbastro ten slotte opnieuw de zo gewenste bisschoppelijke zetel.

Het enorme gebouw is een hallenkerk. De drie beuken zijn even hoog en vormen een lichte, evenwichtige en tegelijk majestueuze ruimte. De gewelfribben zijn versierd met 485 prachtige rozen van goud geschilderd hout waardoor het plafond net een sterrenhemel lijkt. De ribben steunen op vijftien meter hoge, slanke pilaren die ieder zijn versierd met een schild van de stad, die de bouw bekostigde.

Drie meesters volgden elkaar op in de bouw. Luis de Santa Cruz was verantwoordelijk voor het afbreken van de oude kerk, het ontwerp van de nieuwe en de start van de bouwwerkzaamheden. Juan de Sardiñena zou het trappenhuis van de kerk sluiten en de pilaren tot aan de kapitelen opbouwen. Juan de Segura maakte de ribgewelven en was verantwoordelijk voor de inrichting.

Toen de bouw eenmaal was voltooid werd een groot altaarstuk besteld dat in twee etappen zou worden gerealiseerd, met een onderbreking van bijna veertig jaar. De opdracht voor het meerkleurig  beschilderde albasten voetstuk (1535 en 1560) werd gegeven aan de beste beeldhouwer van de renaissance in Aragón, Damian Forment. Na zijn dood werd het afgemaakt door zijn leerling Juan de Liceire. 

Het is een rijke en overvloedige decoratie ‘op zijn romaans’ waarin veel motieven uit de klassieke oudheid terugkomen. Gevechten tussen Centauren en Lapithen, cherubijnen en gedurfd vrouwelijk naakt. In de plaatsing van het schild van de stad met als doel de initiatiefnemers van het werk op te hemelen en de keuze voor de figuren van Ramón en Poncio, de bisschoppen van Barbastro, ziet men de achterliggende politieke gedachte van het herstel als bisschopszetel, die de drijfveer was geweest voor de bouw. In een medaillon worden de bustes van Liceire en zijn vrouw weergegeven waarmee een van de grote thema’s van de wedergeboorte wordt benadrukt: het pleidooi voor de superioriteit van het denkwerk van de kunstenaar over zijn handenarbeid.

De bovenste delen van het altaarstuk werden uit wit beschilderd hout gesneden en verguld in een sobere romaanse stijl (1600 en 1602). Het reliëf was het werk van Pedro de Armendia en met het beeldhouwwerk zouden Pedro Martínez de Calatayud en Juan Miguel Orliens zich bezighouden. Het geheel hield zich aan de regels van het zogenaamde " exposant altaarstuk " dat een grote centrale oculus heeft dat de gewijde hostie tentoonstelt.

Begin 17e eeuw werd de kathedraal verrijkt met kapellen (zeer onderscheidend zijn die aan de voorzijde van het gebouw), werken uit de glorietijd van de barok al uit de 18e eeuw. Ze streven naar totaalkunst waarin de decoratie en het beeldhouwwerk samensmelten en integreren met de architectuur.

De Capilla de Santo Cristo de los Milagros (1707), in theatrale en volledig barokke stijl, toont een interessante iconografie rondom het lijden en sterven van Christus.

De voorgevel van de Capilla de San Carlos de Borromeo (1740) toont vriendelijkere vormen die dichter bij de stijl van het rococo liggen. Het felle licht dat binnenvalt door de koepel werd ooit gereflecteerd in het goud van het magnifieke altaarstuk dat de ruimte sierde. Deze is verdwenen.

De vrijstaande toren verrijst ten noorden van het koor, misschien omdat de oorspronkelijke kerk de minaret van de moskee als klokkentoren moest hergebruiken. Laat 13e of begin 14e eeuw moet de minaret zijn vervangen door een middeleeuwse toren (tot de tweede verdieping).

In 1610 liet Pedro de Ruesta de meest beschadigde delen van het middeleeuwse gebouw renoveren en breidde het uit met een extra deel, een vaste toren. De herbouw van de torenspits in de 18e  eeuw gaf deze zijn definitieve uiterlijk.

Het geluid van de klokken startte het leven in de stad en riep op tot het gebed, maar in aanvulling op de civiele en religieuze functies, werd hij als wachttoren gebruikt en diende verschillende keren als toevluchtsoord. 

 

  • Catedral 2
  • Catedral 3
  • Catedral 5
  • catedral 4
  • catedral 5
  • catedral 7
  • catedral

 

Met de bouw van deze onvoltooide romaanse kerk is in de eerste jaren van de 12e eeuw begonnen. Het ontwerp was dat van een grote kerk met drie apsissen en drie beuken bedekt met tongewelven. Maar de werken werden stopgezet en niet hervat tot het einde van de 12e eeuw. De beuken werden vervolgens haastig afgemaakt met nog één extra deel dat afgedekt werd met een tongewelf.

In de eerste decennia van de 13e eeuw bestond het decanaat van Santa María van Berbegal uit 19 parochies. In overeenstemming met deze nieuwe status wilde men de kerk vervolgens verfraaien met een toren voorportaal. Je kunt de sporen van de metselaars die hier werkten in het steen gegraveerd zien.

In dezelfde tijd dat de toren werd gebouwd, werd er ook een frontaal gekocht ter decoratie van het hoofdaltaar, waar de belangrijkste liturgische plechtigheden plaatsvonden. Dat was minder duur dan het met muurschilderingen versieren van de hele kerk, omdat in dit geval slechts het werk naar de kerk gebracht hoefde te worden, en niet de kunstenaars.

Deze geschilderde kunststukken imiteerden de weelderige stukken van goud, edelstenen en emaille, die de belangrijkste religieuze centra in het westen van het romaanse Europa bezaten. Deze beschilderde frontalen komen in de rest van Europa nauwelijks voor, de meesten komen uit de kleine dorpen van Aragon en Catalonië, ver weg van de bedevaarts- en handelsroutes.

Dat Berbegal juridisch afhankelijk was van het bisdom van Lérida, op het moment dat verschillende bisschoppen een museum opzetten over dit bisdom, heeft er voor gezorgd dat dit prachtige, unieke en uitzonderlijke stuk zich tot op de dag van vandaag niet bij zijn rechtmatige eigenaren bevindt. 

 

  • Berbegal. Iglesia de Santa Maria la Blanca 2
  • Berbegal. Iglesia de Santa Maria la Blanca 3
  • Berbegal. Iglesia de Santa Maria la Blanca 4
  • Berbegal. Iglesia de Santa Maria la Blanca 5
  • Berbegal. Iglesia de Santa Maria la Blanca 6

 

Vandaag de dag is het slechts een kapel, maar vroeger was het een parochiekerk. De kerk werd gebouwd in de 12e eeuw. Dit model, dat zich kenmerkte door eenvoud, werd later nog vaak gebouwd: rechthoekige bouw, verticale hoofdzijde en een houten zadeldak boven twee spitsbogen.

Ten tijde van de romaanse architectuur werd de binnenkant van kerken beschilderd; deze schilderingen voeren terug op een nog oudere traditie en hebben een educatief karakter: de religieuze geschiedenis werd door middel van beelden verteld aan degenen die niet konen lezen en schrijven.

Deze traditie zette zich voort in de 13e eeuw, maar de vormen veranderden en maakten plaats voor een vroeggotische schilderkunst.

Deze stijl kenmerkt zich door het gebruik van levendige, heldere kleuren.

Deze kleuren werden vooral gebruikt bij de vervaardiging van kerkramen: wit, rood en blauw.

Tevens overheerste, net als bij de raamschilderkunst, het lijnmatige, waardoor er elegante figuren ontstonden.

Wat als een vooruitgang op de romaanse schilderkunst beschouwd wordt is het feit dat er scènes worden neergezet die gekoppeld kunnen worden aan een bepaalde plaats en tijd:  tijdsloze, wezenloze, afgezonderde priesterlijke figuren maakten plaats voor levendige taferelen; door de afbeelding van landschappen of gebouwen op de achtergrond, kon men de tijd en plaats van de gebeurtenis achterhalen.

Tegenwoordig kan men in Bierge slechts een deel van schilderijenserie aanschouwen, aangezien een deel van de collectie in 1949 verkocht en verspreid werd over verschillende musea en privécollecties van over de hele wereld.

 

  • Bierge. Pinturas San Fructuoso 2
  • Bierge. Pinturas San Fructuoso 3
  • Bierge. Pinturas San Fructuoso 4
  • Bierge. Pinturas San Fructuoso

 

Oorspronkelijk ging het om een kerk die vooral functioneel was en die overeenstemde met een van de populairste ontwerpen van de religieuze architectuur van dat tijdperk: een enkele beuk die ruimte geeft tot kapellen die ingebouwd zijn tussen de steunberen. Doordat de beuk geen kolommen of pilaren had, was er een perfect uitzicht op de prediker en kon hij goed gehoord worden.

Het was een bouwwerk van grote dimensies, maar gebouwd met bescheiden materialen zoals leem, baksteen of gips.

Bijna niets van de oude vertrekken zoals de kloostergang, cellen, slaapkamers en eetzalen, is overgebleven. Slechts op het plein Plaza de San Antonio is de bouw herkenbaar van de oude kloostergang en het traject waarlangs haar muren liepen, waarin nog steeds het regelmatige patroon van de kleine celramen waar te nemen is.  Tegenwoordig zijn ze getransformeerd tot privéhuizen.

De buitenkant van de middeleeuwse kerk werd in de 16e en 17e eeuw, in twee elkaar opvolgende fasen, verbouwd. Het ruime schip werd bedekt met kruisribgewelven die gemaakt waren van baksteen. De ribben werden van gips gemaakt, de gewelven werden gepolijst en zoals gewoon is in dit soort kerk werd één muur bruingrijs  geschilderd om een paramentenmuur te imiteren.

De oude kapel van de familie Claramunt, die op de hoofdplaats staat, dient vandaag de dag als sacristie. Rafael Pertús, renaissanceschilder uit Zaragoza, versierde de kapel aan het begin van de 17e eeuw. De muurschildering werd afgemaakt met een mooie rand, van tegels die waarschijnlijk afkomstig waren van de pottenbakkers uit Muel.

Via een trap daalt u af naar een gewelfde crypte. Over de hele omtrek van de crypte is er een bank. Deze is verdeeld in vijftien erestoelen die in het steen zijn gehakt. Op deze bank werden de lichamen van de overledenen geplaatst; de muren van de crypte dienden als rugleuning voor de lichamen.

Enige tijd na de bouw van de crypte moet er aan getwijfeld zijn of dit systeem wel zo geschikt was om mensen te begraven, uit hygiënisch oogpunt bezien. Daarom werden de armen van sommige erestoelen verlaagd om zo houten kisten op de bank te kunnen plaatsen.

Vlak bij de hoofdplaats staat een kleine kapel bedekt door kruisribgewelven met een prachtig ontwerp. Ze is gewijd aan Ceferino Giménez Malla, «el Pelé». Deze zigeuner was niet alleen een oprechte muilezelhandelaar en wijze analfabeet, maar hij leerde kinderen ook te bidden en vogels, bloemen en mieren te respecteren. Ook gaf hij ze in die tijden waarin grote armoede heerste, brood en chocolade als vieruurtje. Toen de Spaanse Burgeroorlog volop aan de gang was, werd hij gearresteerd en gefusilleerd met een rozenkrans in zijn hand. Paus Johannes Paulus II verklaarde hem zalig in het jaar 1997. Het beeldhouwwerk van de heilige is een kunstwerk van de kunstenaar Juan de Ávalos.

 

  • San Francisco 2
  • San Francisco 4
  • San Francisco 5
  • San Francisco 6
  • San Francisco 7
  • San Francisco 8
  • San Francisco

 

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.