In de 9e eeuw kwam er door ingrijpen van het Karolingische hof ten zuiden van de Pyreneeën een einde aan de zogenoemde islamitische vrede die er had geheerst na de bezetting. Bij de bovengrens van Al-Andalus (het door Moren bezette deel van het schiereiland), in wat nu Aragón is, rommelde het door een interne strijd tussen verschillende Moorse leiders.

In deze staat van burgeroorlog stonden twee leiders op die van rebellen uitgroeiden tot trouwe dienaren van het emiraat; een van hen was Jalaf ibn Rasid ibn Asad, bondgenoot van Bahlul ibn Marzuq. In het jaar 802 veranderde Jalaf van inzicht en kwam hij tegenover Bahlul te staan, die zijn toevlucht moest nemen in het kasteel van Barbastro. Daar werd Bahlul verdreven en gedood door Jalaf, die zijn bezittingen in Huesca en Barbitaniya overnam.

Jalaf maakte van de jonge plaats Barbastro zijn hoofdstad, die hij uitbreidde en versterkte en hij behield daar zijn macht tot 860-861 toen hij stierf. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Abd Allah ibn Jalaf, die relatief onafhankelijk kon blijven van de machthebbers in Córdoba gedurende de emiraten van Al Hakam I en Abd al Rahman II. Jalaf ibn Rasid ibn Asad is de geschiedenis ingegaan als de bouwer van het kasteel van Alquézar en stichter van de stad Barbastro.

 

Alquezar. Leyenda de la conquista 2