Nadat er jarenlang was gepleit voor en gestreden om de teruggave van het bisdom, werd in 1571 de bisschopszetel van Barbastro in ere hersteld. De stad zou de nieuwe kerkvorsten voorzien van een verblijfplaats die paste bij hun waardigheid. De geschiedenis van het paleis vertelt tegelijkertijd de geschiedenis van een bisschop die zijn roem en glorie wilde laten voortleven door zijn stempel op het project te drukken.

Sommigen wilden dat de stad op kosten van de gemeenschap een gebouw van negen verdiepingen zou bouwen. De hoge kosten die de jarenlange strijd en de bouw van de huidige kerk met zich hadden meegebracht lieten dat echter niet toe: “estas obeyas han dado toda su lana por el pastor (···) y por esto está [la Ciudad] tan del todo consumida y acabada (···)” (Deze schapen hebben de herder al hun wol gegeven (...) en daarom is (de stad) volledig op(gebrand)).

Zevenentwintig jaar later koos de stad ervoor een heel blok van weelderige hoofdgebouwen te kopen.

De werkzaamheden om de vier gekochte huizen aan te passen, vonden plaats tussen 1598 en 1600 onder de leiding van meester Andrés Castillón, stadsmeester, en Pedro de Ruesta, timmerman. Er zou zo veel mogelijk behouden worden (keukens, slaapkamers, zitkamers, stallen, kelders,...). Ook zouden er enkele nieuwe vertrekken bij gebouwd worden, zoals de kapel en een deel van de gevel, met als doel van de buitenkant een samenhangend en uniform geheel te maken.

De buitenkant strookte volledig met het type paleis in Aragón: de sobere vormen de horizontale vormen op de gevels, de belangrijke rol van het baksteen, de opeenvolging van de bogen onder de dakranden... Het doel van deze galerij van bogen was de ondersteuning van het dak en zorgen voor ventilatie voor het hout. En het doel van de dakranden was de bescherming van de muren tegen het regenwater.

Carlos Muñoz Serrano, was de bisschop van Barbastro tussen 1596 en 1604.

Tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog, gebruikten de Fransen het gedurende meer dan vier jaar als kazerne voor hun troepen.

Door de ouderdom van het pand en de verwaarlozing gedurende de 41 jaar dat het leeg stond, waren in het jaar 1896 verbouwingen noodzakelijk geworden. Deze waren zo omvangrijk dat niets van de bouw van de 16e eeuw in stand kon blijven.

De onregelmatige verdeling van de openingen, die zo karakteristiek was voor de bouw van de 16e eeuw, verdween door de bouw van nieuwe, ordentelijk verdeelde ramen langs de muur aan de zijde van de “Calle Palacio”. In de gevel aan de zijde van het plein werden de twee dichte veranda’s gebouwd, net als de huidige toegangspoort nadat de renaissancepoort werd verwoest. 

Vandaag de dag, het interieur van dit gebouw is volledig gerenoveerd en uitgerust om het Bisschoppelijk Museum te huisvesten.

 

  • Palacio Episcopal 2
  • Palacio Episcopal