Ondergrondse rivieren stromen langs deze zoutaders, lossen het zout op en wellen op als zoutwaterbronnen net als in Naval.
In Naval, waar de industriële revolutie nooit is aangekomen, bleef de traditie van zoutwinning bewaard.
Het productieproces begint bij de geleiding van het water van de zoutwaterbron naar poelen en plassen. De grote poel had twee doelen: het regelmatig distribueren van de waterstroom naar de eras en het verkrijgen van een hoge en gelijkmatige concentratie zout ten gunste van het kristallisatieproces.
Daarvandaan, via houten kanalen, werd het verdeeld over ondiepe waterbassins (eras), waar het door de wind en zon verdampt. Zo wordt het zoutgehalte steeds hoger tot het zout bezinkt. Wanneer het begint te kristalliseren, drijft er een zoute korst aan het oppervlak van het bassin: de zogenaamde zoutbloemen. Als het water verdwenen is, dan halen de ambachtslieden het zout van de bodem met een houten hark en ze leggen het zout op schitterende, witte hoopjes naast de era, zodat het zout verder opdroogt voordat het opgeslagen wordt in de hutjes.
Vandaag de dag behoudt Salinar de la Rolda de Naval de zoutproductie en combineert ze dat met een kuuroord dat elke zomer duizenden bezoekers ontvangt, aangetrokken door de heilzame werking van de baden.