Aan de voet van de platte heuvel waar het dorp op ligt, vindt u een van de oudste pozo fuente van de regio. Het is een enorme constructie met stukken trap, gedeeltelijk gewelfd, die afdalen naar een zaal waar het water bewaard wordt dat door de rotsachtige bodem sijpelt. In de muren werden beschermingssymbolen gegraveerd en diverse data van opeenvolgende verbouwingen die het aanhoudende gebruik nodig maakte.
Naast Pozo Bajo, had het dorp ook een andere waterput, el Pinar, die dezelfde bevoorradingskenmerken had. De holte waar het water opgeslagen wordt gevoed door regenwater dat door de doorlaatbare laag van kiezel en kalksteen sijpelt.
Het heet Pozo del Pinar omdat er vroeger een grote hoeveelheid dennenbomen stond, waarvan de zogenaamde Pino de Foncillas naast de weg een goed voorbeeld is. De fijne omgeving zorgde er vroeger voor dat dit een plek werd voor jongeren om samen te komen.
Ondanks dat Pozo Bajo groter en spectaculairder was, werd deze kleinere meer gebruikt omdat het water beter was. Er stroomde echter niet zoveel water in als in Pozo Bajo.